Geschiedenis

Architectuur

Hof van HabsburgHet Hof van Habsburg is een rechthoekig gebouw (50m x 96m) met ruime binnenkoer (33m x 79m). Momenteel huisvest de voorgevel "Het Memoriaal" van het museum "Kazerne Dossin". In de achtergevel vindt men "Het stadsarchief van Mechelen". In de zijvleugels bevinden zich privé-appartementen.

Het "Hof van Habsburg" behoort tot één van de oudste kazernetypen. Qua vorm en stijl is de Oostenrijkse invloed onmiskenbaar. Ondanks het bouwjaar zou de bouw, qua type, eerder tot de Josephijnse (naar Keizer Joseph II) dan tot de Theresiaanse (naar Keizerin Maria-Theresia) periode behoren.
Het ontwerp is volledig gebaseerd op de eisen en standaardoplossingen van de Habsburgse “Arar” (dienst van onroerende goederen) en het Weense “Oberkommando”. Elders in het voormalige Habsburgse rijk zijn er kazernes die een sterke gelijkenis vertonen met het Mechelse exemplaar, dat echter voor België uniek is.
De bouwstijl, vln. die van de representatieve voorgevel, valt te rekenen tot het Weense Classicisme. Ook de gevelafwerking met kleur, oorspronkelijk zachtgroen, later okergeel, is typerend voor de Oostenrijkse architectuur.

Hof van HabsburgHet militaire hoofdstuk van dit gebouw is afgesloten. Vandaar de nieuwe benaming voor het bewoonde deel. Een herinnering aan de machtige familie von Habsburg, die niet alleen in de 16de doch ook in de 18de eeuw nauwe banden had met Mechelen en die zeker in dit gebouw een duidelijk spoor heeft achtergelaten.

Dit merkwaardig gebouw werd meermaals in beeld gebracht o.m. door de Mechelse tekenaars uit de vorige eeuw zoals Mardulijn, A.J.A. Van den Eynde en J.B. De Noter.

Bron : Lit. J.A. v.d. Hoeve en M. Thung, Afstudeerproject Dossinkazerne Franciskanessenklooster, bouwhistorisch verslag, Delft, 1966.
Foto's : beeldbank Mechelen

top

Het ontstaan van de kazerne

Voor de kazerne bestond, werden de Oostenrijkse soldaten ondergebracht bij de burgers thuis, in kloosters en andere tijdelijke onderkomens. Zowel de burgers als de legerleiding waren ontevreden over deze manier van inkwartieren. Langs de andere kant profiteerde de Mechelse economie wel van de toelevering van goederen en diensten aan de garnizoenen in de stad. Daarom besloot het stadsbestuur zwaar te investeren in de bouw van de kazerne. De Stad vroeg in 1744 aan de Habsburgse monarchie om een kazerne te mogen bouwen. Toch duurde het tot 22 januari 1756 alvorens Keizerin Maria-Theresia, dochter van Karel VI von Habsburg, de toelating gaf tot opbouw.

Hof van Habsburg “Den 1 Meert 1756 hebben ze de huysen, en hovens daer de Casernen moet staen beginne af te breken.
In deezen somer ’t sedert den 1ste Meert wierden hier een schoone nieuwe Caserne gebouwd om voetvolk en officierens in te logeeren tegen het klooster van de Cellebroeders en bij de veste van de Antwerpsche poort alwaer eertijds de brood-hovens ten tijde van de Fransche gemaekt zijn geweest. Dezen bouw is vierkantig, lang 343 voeten, breed 180, behelzende 72 kamers voor soldaeten en 12 quartiers voor officieren.
Den eersten steen wierd geleyd door den Borgemeester ’t Sestigh. Zij gaeven hem een silveren traweel met eenen vierkantige marmeren steen in de hand waer op de waepen van Mechelen gekapt stond met een latijnsche inscriptie.”

Bron: Fonds Frans Berlemont  (Stadsarchief Mechelen)

In minder dan een jaar verrees in de voormalige tuin van de cellebroerders tussen de Nokerstraat en de stadsvesten een sober rechthoekig gebouw met blinde buitenmuren. Alle kamers zagen uit op een grote binnenkoer die als exercitieplaats kon gebruikt worden. De officiersverblijven bevonden zich in de voorvleugel. Men noemde deze infanteriekazerne gemakshalve het “klein kwartier” om haar te onderscheiden van de “paardenkazerne” die een jaar later aan het Berthoudersplein werd gebouwd. Deze kazerne bestaat niet meer.

De bouwkosten werden grotendeels gedragen door de Stad Mechelen. Het Stadsbestuur heeft hiervoor enorme leningen moeten aangaan die in 1874, bij de onteigening van de kazerne door de Staat, nog niet waren afgelost. De originele bouwplannen, opgemaakt door kolonel Delaing en herzien o.m. door F.L. Ammansi, worden bewaard in het Mechelse Stadsarchief. De 1ste steen werd gelegd op 8 april 1756 door schout F.R. ’t Sestich. Het wapen van Mechelen en de namen van het toenmalige Stadsbestuur zijn gebeeldhouwd in het boogveld van de grote ingangspoort. De bouwtijd heeft 235 dagen geduurd, wat voor zo’n enorme constructie zeer snel mag genoemd worden. In 1781 kreeg deze kazerne het “hoog bezoek” van Keizer Jozef II.

Hof van HabsburgTussen 1781 en 1940 speelt de kazerne een louter militaire rol. Wel kende zij een heleboel verschillende invullingen. Tot 1914 deed de kazerne dienst als ‘depot’ voor de regimenten Grenadiers, Karabiniers en Derde jagers. In 1914 werd het een wapendepot tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. In 1918 werd de kazerne een bijdepot van het 7de Linieregiment en tussen 1920 en 1940 wordt dit regiment hier volledig ingekwartierd. In 1936 kreeg de kazerne de naam van bevelhebber van dit regiment tijdens de Eerste Wereldoorlog, namelijk Luitenant Generaal Emile de Dossin de Saint Georges (1854 – 1936)

 

top

Luitenant Generaal Emile Dossin de Saint Georges (1854 – 1936)

Hof van Habsburg

Deze Luikenaar werd in België vereerd als een oorlogsheld. Van 17 tot 31 oktober 1914 voerde hij namelijk de heldhaftige tweede legerdivisie aan bij de slag om de IJzer. Aan zijn divisie vroeg koning Albert I om zo lang mogelijk stand te houden en daarna het terugtrekken van het leger naar de IJzer te verzekeren. Met uitzonderlijke dapperheid verdedigden zijn mannen hun gebied nabij Lombardzijde, Ramskapelle en Saint Georges en ze hielden relatief lang stand. Bij hun terugtocht wisten ze de Duitsers staande te houden door de IJzer te laten overstromen, op initiatief van Generaal Dossin. Omwille van hun moed, kreeg het regiment van Dossin het Kruis van de Leopoldsorde toegekend door de koning. Generaal Dossin zelf werd Groot officier in de Leopoldsorde benoemd en in 1932 mocht hij zich ‘Baron de Saint Georges’ noemen. Twee jaar voor zijn dood spreekt hij voor de vriendenkring van de oud-strijders van de IJzer. Hij besluit met : Misschien hebben we het aan de slag om de IJzer te danken dat wij nog steeds Belgen zijn’.

Bron: Major L.Tasnier, “Les notes d’un combattant – Le général Baron Dossin de Saint Georges”, Le courrier de l’armée, 1943)

top

Onder die naam werd het gebouw tijdens de 2de Wereldoorlog gebruikt als deportatiecentrum van de Joden. Lees meer hierover op de website "Museum Kazerne Dossin".

 

Hof van HabsburgNa de oorlog komt de Kazerne Dossin weer in handen van de Belgische staat. Eind 1948 richt het Belgische leger in de kazerne een school voor de administratie van de Krijgsmacht op. De school bezet oorspronkelijk slechts één vleugel van de Kazerne Dossin. Onder de benaming “School der kaders, Betaalmeesters en Secretarissen” werd de school ook belast met de vorming van reserveofficieren en –onderofficieren van de administratie. Tevens werd ook de opleiding van keuronderofficieren-secretarissen toegewezen aan de school.

 

In juni 1950 werd ook een opleidingscentrum van de Financiële dienst opgericht. Dit opleidingscentrum werd belast met zowel de basisopleiding als met de bijzondere individuele opleiding van bedienden en met het vormen van typisten voor de staven en de diensten. Om dit programma te kunnen uitvoeren, werd uitgekeken naar nieuwe gebouwen. In juli 1951 kon bij het vertrek van de “Dienst voor de Vereffening der Achterstallen”, een overblijfsel van de oorlog 1940-1945, de volledige Kazerne Dossin in gebruik genomen worden. Toen in 1952 de Kazerne Delobbe (in het oude Predikherenklooster, weldra de nieuwe stadsbibliotheek) leeg kwam te staan, nam de school dit gebouw eveneens in gebruik. Op 8 april 1952 werd de oude benaming vervangen door “Centrum voor Administratieve Dienst” (CAD)

Het CAD in Mechelen (film) (Deel 1)
Het CAD in Mechelen
(film) (Deel 2)

Hof van HabsburgAlleen al in de periode van 1949 tot 1962 werden in het Centrum voor Administratieve Dienst te Mechelen, 15.000 gewone miliciens, 750 kandidaat reserveofficieren, 5000 kandidaat reserve-onderofficieren, 700 beroepsofficieren, 8000 beroepsonderofficieren en 150 kandidaat gegradueerden gevormd.

Op 3 maart 1975 verhuisde het Centrum voor Administratieve Dienst naar het nieuwe kwartier Majoor Housiau te Peutie. Tussen 1975 en 1988 stond dit historisch pand – een brok vaderlandse geschiedenis – te vervallen.

 

top

Waarom appartementen in de kazerne?

De Dossinkazerne en de vlakbij gelegen kazerne Delobbe hebben gedurende decennia een belangrijke invloed uitgeoefend op de wijk "Klein Begijnhof – Heembeemd”, zowel tijdens als na hun militaire functie. De leegstand ervan heeft mede het verval van deze wijk veroorzaakt.

In 1972 werd de idee verlaten om heel deze wijk te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Architecturaal beoogde de Stad zoveel mogelijk het behoud en het herstellen van waardevolle perspectieven, stadsgezichten en gebouwen. Langzamerhand groeide het besef dat vele oude verlaten gebouwen met hun karakteristiek uiterlijk niet alleen deel uitmaakten van een omgeving, maar dat die omgeving juist aan zo’n bouwwerk haar authenticiteit grotendeels ontleende. Mechelen is rijk aan zulke gebouwen. Het behoud van de Dossinkazerne is voor de Stad het uitgangspunt geweest. Sloop en vervangende hoogbouw waren niet meer aanvaardbaar.

Reeds in 1966 werden onderhandelingen aangeknoopt met het ministerie van Landsverdediging om deze kazerne aan te kopen. Deze werden na vele moeilijkheden uiteindelijk pas in 1981 succesvol afgerond. De kazerne werd op 9 februari 1982 aangekocht voor 18,8 miljoen frank.

 

Hof van HabsburgHof van HabsburgHof van HabsburgHof van Habsburg

 

In 1977 werd in opdracht van de Stad reeds een studie gewijd aan de bestemming van dit gebouw. Gezien zijn ligging binnen een herwaarderingswijk waar het wonen als hoofdfunctie is vooropgesteld werd dezelfde hoofdbestemming gekozen. Op 28 juni 1984 besloot de Gemeenteraad deze kazerne te verbouwen tot woongelegenheden. Uit een gedetailleerde studie was gebleken dat binnen de bestaande structuur gemakkelijk een zestigtal ingerichte huurappartementen kon gerealiseerd worden over een totale bewoonbare oppervlakte van 10.100m2, met een ondergrondse garage voor zowat veertig auto’s. Met inbegrip van de studiekosten, aanleg binnenkoer en BTW werd dit globale project geraamd op 150 miljoen frank. Dit project bleek voor de Stad slechts haalbaar voor zover het Vlaams Gewest een gedeelte van de kosten zou dekken in het kader van de subsidieregeling voor stadsvernieuwing.

 

Hof van Habsburg
Hof van Habsburg
Hof van Habsburg
Voor
Na
Nu

 

De Vlaamse Executieve heeft op 17 oktober 1984 besloten dit project op te nemen in de beoogde stadsvernieuwingsoperaties waardoor deze toelage in principe mogelijk werd. Vlug bleek evenwel dat de kredieten op de Vlaamse begroting niet toereikend waren om ook voor dit project voldoende middelen vrij te maken, zodat de Stad volledig diende in te staan voor de financiering ervan. Dit project was nog alleen realiseerbaar indien de kosten konden gedrukt worden tot het niveau van het vroeger vooropgesteld stadsaandeel (65 miljoen frank) Daarom werd de optie “ingerichte huurappartementen” vervangen door “karkasbouw" die te koop zou worden gesteld per woongelegenheid. Dit gewijzigd programma omvatte 29 grote appartementen en een winkelruimte.

Ook het stadsarchief en mogelijk een dertigtal studentenkamers werden in het gebouw voorzien. Het complex was volledig klaar op 1 september 1989.

 

Hof van HabsburgHof van HabsburgHof van Habsburg

Hof van Habsburg

top

foto's : met dank aan Mevr. Philips, Pol Van Hoof, Karel Somers en www.beeldbankmechelen.be